De Roos van Leary en ik?

Vorige week hebben mijn medestudenten bij de bijeenkomst gekeken naar het managementmodel van Timothy Leary, ook wel ‘De Roos van Leary’ genoemd. Helaas was ik ziek en kon ik niet bij de bijeenkomst zijn, dus heb ik een paar dagen later zelf de theorie doorgelezen. In eerste instantie was ik vooral bezig met het begrijpen van het model. De centrale vragen daarbij waren: wat is de functie van deze roos en wat kan ik ermee?  Na het lezen van de theorie dat onze docent, Hans Hoogerdijk, had doorgestuurd en wat research op het internet kwam ik achter de functie en de betekenis van de roos.

De roos van Leary is eigenlijk een interactiecirkel van verschillende gedragsmogelijkheden en de mogelijke effecten daarvan op anderen. Het is bedoeld om het gedrag van een ander te analyseren. De verticale as van de roos geeft de mate van dominantie aan en de horizontale as de relatie. Het model is opgedeeld in vier kwadranten, die ieder een verschillende mate van dominantie en relatie aangeven. 

Alle kwadranten hebben hun eigen kenmerken (op basis van mate van dominantie en relatie) waardoor je het gedrag van een ander kunt analyseren en plaatsen. Hierdoor kun je bepalen wat deze persoon nodig heeft om te kunnen groeien. Dit kan een dominante collega zijn die voor motivatie zorgt of juist een onderdanig type waardoor de samenwerking versterkt. Na veel lezen waren mijn centrale vragen beantwoord en was de theorie duidelijk. Ik zat nog even naar mijn scherm te staren, keek nog eens rustig naar de verschillende kenmerken en ik besefte dat deze roos een enorme eye-opener is. Terwijl ik namelijk naar mijn scherm zat te staren, analyseerde ik mijn eigen gedrag. Ik moest toegeven dat ik bepaalde kenmerken herkende in mijn gedrag, waar ik eigenlijk niet zo trots op ben. Bijvoorbeeld mijn eigen mate van dominantie, want misschien ben ik in sommige situatie wel een tikkeltje té dominant. Een heel dubbel gevoel gaf dat, want ik moest aan mezelf toegeven dat ik bepaalde kenmerken herkende waar ik niet trots op ben, maar dat ik aan mezelf en anderen kan toegeven dat ik dat gedrag vertoon maakt mij dan weer trots. In mijn ogen is toegeven en erkennen de eerste stap van verandering. Nu ik mezelf geattendeerd heb op dat gedrag, kan ik het ook veranderen en dat is ook precies wat ik ga doen. Daarmee heb ik aan mijn eigen centrale vraag een extra antwoord gegeven. De functie van de Roos van Leary is namelijk niet alleen het gedrag van anderen analyseren, maar ook van dat van jezelf.

Plaats een reactie