#kenniscafe3punt0

Na weken van voorbereiding was het dinsdagavond 8 december eindelijk zo ver: ons eigen kenniscafé. Het kenniscafé werd gehouden op de 2e verdieping van het Wibauthuis, of te wel in de  FLOOR- ruimte. Elke onderzoeksgroep had een eigen ‘tafel’ voorbereid, waarbij hun onderzoek centraal stond. Zo hadden ook wij (Jolien, Leonie & ik) een eigen tafel, waarbij onze Kennismanagement matrix centraal stond.

Sinds september zijn wij bezig om onze eigen kennismanagement matrix te maken. Met deze matrix willen wij organisaties, op een laagdrempelige manier, hun eigen kennismanagementpositie laten bepalen. Daarvoor hebben wij verschil gemaakt tussen het kunnen delen van kennis en het mogen & willen delen van kennis. Hierbij is het kunnen afhankelijk van de organisatie en het mogen & willen afhankelijk van de individu.    

Tijdens het kenniscafé wilde wij graag discussiëren met het werkveld over CVtIsqnUAAEwhprbelangrijke factoren voor kennisdeling.Vooral om te zien of de door ons geselecteerde factoren wel van belang zijn en of er vanuit de praktijk nog aanvullingen zijn voor de matrix.

Per ronde gaven wij twee neutrale stellingen, waar de gasten op mochten reageren. Eén van de stellingen was bijvoorbeeld: in hoeverre is een organisatiestructuur van invloed op de kennisdeling? Het was verrassend om te zien hoe de discussie zich ontwikkelde en hoe de verschillende ervaringen op elkaar reageren. Aan het eind van elke stelling moesten de gasten beslissen of deze stelling hoorde bij “de organisatie” of “het individu”. Dat bleek een lastige opgave en veel stellingen werden daarom ook in het midden geplakt. Vooral omdat veel factoren een samenwerking zijn tussen organisatie en individu. Na 10 minuten discussiëren werd in elke ronde de vraag gesteld: “Wat is voor jou persoonlijk de belangrijkste factor bij kennisdeling?”.  Opvallend genoeg hadden de stellingen en de ontwikkeling van de discussie veel invloed op het antwoord. In de eerste en tweede ronde vonden de gasten vooral “waardering” en de relatie met de ontvanger heel belangrijk. Kennis delen deden ze graag, maar daar wilde ze dan wel waardering voor terug. Zij plakte hun antwoord dan ook allemaal bij het individu. In ronde 3 is er veel gediscussieerd over organisatiecultuur en subcultuur. De gasten gaven aan dat ze “gezamenlijke doelen” heel belangrijk vinden. Iedereen moet voor hetzelfde doel gaan en kennis met elkaar delen om de doelen te kunnen bereiken. Eén persoon zei ook heel mooi: “Zet je ego opzij. What’s in it for us, in plaats van what’s in it for me”.

CVtvrznUkAIaOQAWe hebben een hoop gehoord en geleerd tijdens het kenniscafé. Aan het einde mochten alle gasten op een bierviltje schrijven wat ze mee naar huis nemen en wat ze in het café laten. Zelf heb ik geen viltje ingevuld, dus ik gebruik mijn blog even als viltje. Wat ik mee naar huis heb genomen is namelijk de discussie over angstculturen en “kennis is macht”. In deze discussie kwam namelijk naar voren dat “kennis is macht” vaak samen gaat met een angstcultuur, maar dat je het ook op een andere manier kan zien. Als een persoon binnen de organisatie heel veel kennis deelt, dan profileert deze persoon zich en heeft deze ook een bepaalde “machtspositie” binnen de organisatie. “Kennis is macht” geldt dus niet alleen binnen organisaties met een angstcultuur. Op een of andere manier vind ik dat dit perspectief een positieve draai geeft aan het “kennis is macht” gezegde. Wanneer je, als medewerker, je kennis deelt, dan help je colleges en de organisatie. Je wordt onmisbaar voor de organisatie en dat geeft je een bepaalde machtspositie. Mooi toch?

Het was een mega inspirerende avond en ik wil iedereen, die erbij betrokken was, heel erg bedanken!